Williams en collega’s beschrijven hoe bomen de beschikbare ruimte gebruiken om zoveel mogelijk zonlicht op te vangen. Als er meerdere soorten bomen zijn is het makkelijker om de ”gaten te vullen” en zodoende wordt meer biomassa geproduceerd. De auteurs hebben op 37 verschillende plekken in Quebec (Canada) metingen gedaan gedurende vier jaar. Monoculteren werden vergeleken met een proefgebied met 12 soorten bomen. Door snelgroeiende boomsoorten, die slecht tegen schaduw kunnen te combineren met langzaamgroeiende soorten kan een grotere productie van biomassa bereikt worden. Lees de hele studie in Nature Ecology and Evolution.